In de schijnwerper

  Themadag restauratiepraktijk molens
  Torenmolen van Zons onderzocht
  Onderzoek grutterij Kampen
  Geschiedenis Douglas C47A - G-DAKK

Bussum watertoren oude ansicht
 
Oude ansichtkaart van de watertoren van Bussum. Deze watertoren werd in 2010 onherkenbaar herbestemd nadat het bovenste gedeelte in 1967 al gewijzigd was. De in 1977 op overeenkomstige wijze verbouwde watertoren aan de Vaartse Rijn in Utrecht werd 20 jaar later weer gereconstrueerd, maar inmiddels ligt een plan tot herbestemming klaar.


Normandië D-Day 5-6-2014
 
In 2014 werd Operation Overlord (D-Day) voor de 70ste maal herdacht, gevolgd door ondermeer de herdenking van Operation Market Garden. Is (de herdenking van) D-Day cultureel erfgoed? Zijn de oude legervoertuigen cultureel erfgoed? Wat is de betekenis van re-enactors?

 

Themadag restauratiepraktijk molens

 

Het monumentenbeleid is steeds onderhevig aan veranderingen, ingegeven door de ontwikkeling van de restauratiefilosofie enerzijds en de beschikbare middelen anderzijds. Op 24 oktober 2014 werd op initiatief van The International Molinological Society Nederland en Vlaanderen een 'Themadag restauratiepraktijk molens' georganiseerd. Behalve deze organisatie werd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Vereeniging De Hollandsche Molen en Het Gilde van Vrijwillige Molenaars deelgenomen aan deze themadag.

Molenbehoud.nl hield de afsluitende presentatie. In deze presentatie 'Behoud van molens en ander cultureel erfgoed' werd het onderwerp door Nico Jurgens op Socratische wijze benaderd. De Griekse wijsgeer Socrates probeerde door middel van het stellen van vragen dichter tot waarheden te komen. Voor deze themadag waren primair de vragen 'Wat is cultureel erfgoed?' en 'Waarom zouden we cultureel erfgoed willen behouden?' van belang. Uit deze vragen volgden weer andere.

Om objectieve antwoorden te vinden, leek het wenselijk om afstand te nemen. In de presentatie werden daarom slechts weinig voorbeelden van molens getoond. Er werd gekozen voor voorbeelden van categorieën erfgoed die in diverse aspecten overeenkomst hebben met molens. Vrijwel alle getoonde roerend en onroerend erfgoed had een functie als werktuig. Bij het tonen van voorbeelden van herbestemming werden objecten getoond die door hun beperkte ruimte en de aanwezigheid van machinerieën even moeilijk herbestemd kunnen worden als molens. Aan de hand van de geschiedenis van de toespraak die Chief Seattle, opperhoofd van de Duwamish indianen, hield bij de overdracht van hun land aan de blanken in 1855, werd getoond welk gevaar dreigt als het verhaal dat erfgoed vertelt, gewijzigd wordt (zie: toespraak Chief Seattle (externe link)). Tot slot werd een uitspraak aangehaald van John Hyle, piloot en eigenaar van een oud lesvliegtuig, die een artikel over dit vliegtuig publiceerde. Hij eindigt met een korte uitleg van de geschiedenis die verbonden is aan deze lesvliegtuigen en dringt daarom aan op een respectvolle behandeling daarvan: There’s a lot of history under your seat. Respect it. She’s earned it. (zie Warbird Alley (externe link)). Met deze woorden vroeg Nico Jurgens respect voor alle erfgoed: het erfgoed heeft het verdiend; het erfgoed is onvervangbaar.

 



 
Deze Citroën B2 Normande uit 1924 verkeert nog in vrijwel dezelfde staat als waarin collega Arjan Oosterhof deze overnam van een Franse wijnboer. De auto is rijklaar en APK-gekeurd. Er bestaat geen plan om deze auto te restaureren omdat de geschiedenis van deze auto als transportmiddel van deze wijnboer daarmee verloren zal gaan.

Kaupanger stavkirke
 
Staafkerk Kaupanger
Respecteer het erfgoed.

Zons restauratie
 
Zons de torenmolen in restauratie


Zons steenzolder detail
 
Zons steenzolder noord: bovenbeëindiging van het oorspronkelijk metselwerk met afgehakte blokkelen die de tandkrans van het kruiwerk droegen.

 

Torenmolen van Zons onderzocht

 

Zweers Bureau voor Bouwhistorie in Bergeijk nodigde Molenbehoud.nl uit om mee te werken aan het bouwhistorisch onderzoek van de middeleeuwse windmolen van Zons. In dit kleine plaatsje aan de zuidkant van het Roergebied is vrijwel de gehele middeleeuwse stadsmuur behouden. Het is het best bewaarde voorbeeld van de talloze ommuurde stadjes die dit gebied gekend heeft. Er is nog één van de oorspronkelijk drie poorten, enkele muurtorens en een aantal wachthuisjes op de muur aanwezig. Van het kasteel zijn slechts enkele resten overgebleven; wel staat van de voorburcht de ronde toren (de Juddeturm) nog overeind. Nabij de Rijnpoort staan enkele middeleeuwse woonhuizen die zelfs hun voorgevels grotendeels behouden hebben. Op de zuidwesthoek van de stadsmuur prijkt de stenen korenmolen die een terughoudende restauratie onderging.

Deze molen had tot eind zeventiende eeuw slechts één centraal gelegen koppel stenen. In dat jaar werd de molen uitgebreid met een spoorwiel waardoor meerdere koppels stenen geplaatst konden worden. Omstreeks 1833 werd de molen verhoogd en voorzien van een staart.

Denkmalschutz (de overheidsinstantie die toeziet op het behoud van monumenten) wilde voorafgaand aan de recente restauratie weten welke bouwsporen belangrijk zijn. Daarmee wilde zij voorkomen dat deze zouden worden uitgewist. Daarnaast zocht ze naar een antwoord op de vragen wanneer deze molen gebouwd is, of de onderbouw oorspronkelijk een muurtoren is geweest die pas later tot de functie van korenmolen werd omgebouwd of juist direct als zodanig werd opgericht en hoe deze molen is geweest vóór de verhoging. Behalve deze vragen konden Zweers Bureau voor Bouwhistorie en Molenbehoud.nl veel details herleiden waardoor het inzicht in de bouw en de geschiedenis van deze molen enorm is uitgebreid.

Door Hermann Kienle, gepensioneerd ambtenaar van Denkmalschutz en groot kenner van de plaatselijke geschiedenis en archeologie, werd een historisch onderzoek uitgevoerd waarvan hij de resultaten kon combineren met die van het bouwhistorisch onderzoek. In de hieronder genoemde publicatie heeft hij de belangrijkste gegevens samengevat. Met die gegevens kan geconcludeerd worden dat de molen ouder is dan tot dusver gedacht en dat de verhoging niet in 1694 maar in 1833 heeft plaatsgevonden. Het is daarmee de oudste nog bestaande windmolen van Europa is waarvan de middeleeuwse verschijningsvorm uit bouwsporen herleid kan worden.

De onderzoekers kunnen terugzien op een zeer vruchtbare samen- werking. De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in een brochure Die Windmühle in der Stadt Zons die ter plaatse verkrijgbaar is.

 


Zons kapzolder
 
Zons kapzolder inscriptie in een plooi van het aswiel: ANO - 1694 - D(EN) 01 - SEPTEMBER / (M.P)ETRUS x ECKEN - MOLR. Het aswiel heeft oorspronkelijk kruisarmen door de as gehad.

Zons vestingmuur
 
Zons westelijke deel van de vestingmuur bij de molen.

Kampen_grutterij_overzicht_1994
Overzicht grutterij (foto 1994)

Kampen_grutterij_breeksteen_en_zeef
Breeksteen en zeef (foto 1994)

 

Kampen: grutterij

 

In onderaanneming van Annema Bureau voor Bouw- en Cultuurhistorie Delft werd door Molenbehoud.nl een bouwhistorisch onderzoek verricht in de grutterij achter het 'Gotische Huis' aan Oudestraat 158 te Kampen, als onderdeel van een onderzoek naar dit pand en de bijgebouwen. Eerder (niet door ons verricht) onderzoek had nog geen goed antwoord gegeven op de bouwgeschiedenis en de cultuurhistorische waarde van de grutterij en de onderdelen daarvan.

Uit het door Willem Annema uitgevoerde archiefonderzoek blijkt dat achter het Gotische Huis in 1675 een grutterij werd gevestigd. Deze is tot 1906 in gebruik gebleven. Op basis van de algemene ontwikkeling van grutterijen mag aangenomen worden dat de inrichting in 1675 vrij eenvoudig was. Wanneer de inrichting werd uitgebreid, kon niet achterhaald worden. Wel is bekend dat in 1872 een tweedehands stoommachine werd geplaatst van het fabricaat Russel uit Glasgow die vanaf 1867 in gebruik was in de grutterij van Willem Overweg. Die machine maakte verdere uitbreiding van de grutterij achter het Gotische Huis mogelijk.

In 1886 moest een nieuwe stoomketel geplaatst worden die door de Zwolsche Machinefabriek W.A. Tjeenk Willink & Co geleverd werd. De grutterij wordt door een muur in twee ruimten verdeeld; in het ene bevind zich een stookplaats, in het andere bevinden zich de werktuigen voor het grutproces. Boven de ruimte met de stookplaats bevind zicht een verdieping; het deel waar de werktuigen zich bevinden heeft twee verdiepingen. De hoogste verdieping bood plaats aan opslag en een eest.

De grutterij werd in 1906 opgemeten door gemeenteambtenaar A.J. Reijers ter voorbereiding van een restauratie die in 1915 werd uitgevoerd. Bij de plaatsing van de stoommachine in 1872 was de aandrijving van de machines gewijzigd; in plaats van een kamwieloverbrenging werden overbrengingen met riemen en riemschijven gerealiseerd. De vloer van de begane grond waarin zich het zgn. rondeel met daar omheen het looppad voor het paard bevonden, bleef grotendeels aanwezig. Het middendeel van het rondeel werd na beëindiging van de paardenaandrijving belegd met rode en grijze estriken. Daaromheen ligt een rollaag van ongeveer radiaal geplaatste, fraai afgesleten bakstenen. Het pad, dat dieper lag en dat gewoonlijk met turf bestrooid werd, werd dichtgelegd.

Bij de restauratie van 1915 werd het uiterlijk van het gebouw sterk gewijzigd door het naar binnen verplaatsen van de oostelijke gevel (die blijkbaar op een onbekend tijdstip naar buiten was verplaatst), het geheel vervangen van de westelijke gevel en het ingrijpend herstellen van de noordelijke gevel. De kap werd geheel vernieuwd.

Een aantal draagbalken in de molen werd verplaatst. Waarschijnlijk waren balkkoppen aangetast en doordat de muren van de grutterij niet evenwijdig aan elkaar staan, konden de meeste oude balken opnieuw gebruikt worden door ze in westelijke richting te verplaatsen. Zover vastgesteld kon worden, werden beide balklagen van de grutterij (het deel waar de machines zich bevinden) op deze wijze verplaatst. Hierdoor behoefden alleen aan de oostkant van de grutterij nieuwe balken aangebracht te worden. Blijkbaar werden de balken boven de begane grond niet in de oude muuropeningen gelegd; blijkens de tekening van A.J. Reijers waren er in de noordelijke gevel muurstijlen of consoles; hiervan correspondeert de plaats niet met de draagbalken. Hieruit kan worden afgeleid dat de draagbalken al vóór 1906 verplaatst waren; mogelijk bij de herinrichting bij de plaatsing van de stoommachine.

Door de draagbalken in de opmetingstekening met behulp van de tekening van Reijers op hun waarschijnlijke oorspronkelijke plaats te tekenen, kon de oorspronkelijke inrichting in grote lijnen worden gereconstrueerd. Dit betreft een grutterij met zgn. bovenwerk; dat wil zeggen dat de werktuigen zich bevonden op een verdieping boven de ruimte waar het paard de koning rondtrok. Het spoorwiel heeft zich waarschijnlijk bovenin bevonden omdat op de begane grond weinig hoogte was. De staakijzers die bij de latere riemaandrijving gebruikt zijn, dateren waarschijnlijk nog uit de tijd toen spoorwiel en rondsels aanwezig waren. De werktuigen bevinden zich nog steeds op de verdieping maar bij de wijziging van de aandrijving in 1872 werd de schikking in geringe mate gewijzigd. De grutterij werd na 1872 uitgebreid met een relatief grote maalsteen die op de begane grond werd geplaatst; aangedreven via een extra lang staakijzer.

 


Rondeel grutterij Kampen
Rondeel in de grutterij.
Centraal op de foto de rollaag, waarvan de hoeken aan de buitenkant afsleten door de hoeven van het paard. Links het deel dat belegd werd met estriken en rechts de opvulling van het looppad voor het paard.

Tekening Reijers uit 1906
Tekening Reijers (1906)

suggestie_C-47A_Dakota_42-23936_JCBlom
 
Suggestie van Jan Kees Blom voor het herstel van het uiterlijk zoals deze Dakota dat tijdens Operation Varsity gehad zal hebben. M2 is de code van het 88th Troop Carrier Squadron waarbij dit vliegtuig vanaf mei 1944 was ingedeeld. De dag voor D-Day waren op alle geallieerde vliegtuigen zwarte en witte banen geschilderd om het risico op slachtoffers door friendly fire te verminderen. Omdat deze banen direct door de vijand werden overgenomen, werden de banen op de geallieerde vliegtuigen aan de bovenzijde weer verwijderd.


 

Douglas C-47A-35-DL c/n 9798 42-23936, G-DAKK

 

Deze Dakota werd in 2012 aangekocht door Classic Wings Nederland. Het vliegtuig was van 1996 tot 2006 in gebruik bij South Coast Airways met de registratie G-DAKK. Daarna stond het als statisch object op het terrein van het Aviodrome in Lelystad. Een plan om van daaruit rondvluchten met dit vliegtuig te verzorgen, werd niet uitgevoerd.
Classic Wings Nederland wil het vliegtuig weer luchtwaardig herstellen. Aan de voorbereiding van het herstel wordt meegewerkt door vrijwilligers. De naoorlogse geschiedenis van dit vliegtuig is goed bekend maar van de belangrijke periode daarvoor vrijwel niets. Uit de documentatie van Douglas blijkt dat het in het register werd ingeschreven op 1 juli 1943 en op 8 augustus in Oran werd afgeleverd aan de 64th Transport Carrier Group; onderdeel van de 8th Air Force. Op 22 februari 1944 werd het overgedragen aan de 9th Air Force om deel te nemen aan het European Theatre of World War II. Hoewel het vliegtuig zeer waarschijnlijk werd ingezet voor D-Day en Operation Market Garden is daar nog niets van bekend. Dakota C-47A-35-DL c/n 9797 42-23935 die op dezelfde dag de fabriek verliet als de G-DAKK en die vier dagen later aan de 8th Air Force in Oran werd afgeleverd, werd tijdens Operation Market Garden neergeschoten bij Uden; toevallig de plaats waar Classic Wings Nederland gevestigd is.
Molenbehoud.nl vond een rooster van het 507th Parachute Infantry Regiment waaruit de betrokkenheid van Dakota 42-23936 bij Operation Varsity (24 maart 1945) bleek. Met dit aanknopingspunt lukte het Classic Wings om nazaten op te sporen van de bemanning tijdens Operation Varsity. Dit leidde tot het plan om het vliegtuig te schilderen in de uitvoering die het had tijdens deze operatie. Als het lukt om dit toestel luchtwaardig te herstellen, zal het ondermeer bij herdenkingen worden ingezet voor het droppen van re-enactor parachutisten.

 

C-47_Dakota_G-DAKK

 

Douglas C-47 Dakota G-DAKK